Flauwekul over kilo’s, krentenbollen en koolhydraten
Misschien heb je een mooi stalen ros op de kop getikt om een paar kilootjes kwijt te raken. Of heb je halverwege een lange duurrit gemerkt dat je zo leeg was dat je geen deuk meer in een pakje boter trapte. En anders heb je vast op je eerste lange klim verzucht dat je de volgende keer alle overtollige kilo’s thuis wilt laten. Hoe het ook zij, op een moment ga je je afvragen hoe het zit met het onderwerp fiets en voeding. Daarom in het kort wat je moet doen en wat je moet laten. En helpen we even negen misvattingen over het onderwerp fietsen en voeding uit de wereld.
Wat moet ik eten en drinken?
Een fietser is een sporter die regelmatig langer dan een uur traint. Klinkt heftig en toch moet de basis van je eetpatroon gewoon de schijf van vijf zijn. De meeste energie haal je uit volkoren producten, aardappelen en zilvervliesrijst. Dit vul je aan met 200 gram groente en minstens twee stuks fruit. Daarbij eet je twee tot drie porties magere melkproducten en een portie mager vlees, vis of kip. Een dagje vleesloos of een portie bonen is ook prima en bereid je eten in ieder geval in olijfolie. Uiteraard kun je af en toe wat lekkers pakken. Maar je moet niet gaan fietsen om dit vaker te kunnen doen want dan doe je jezelf tekort. Snoep, koek of hartige snacks bevatten namelijk nauwelijks goede voedingsstoffen maar wel een hoop slechte vetten. En ook sporters kunnen beter zorgen voor goede vetten uit zachte halvarine, olie, noten en vette vis.